Ja, jullie lezen het goed: Gert gaat weer aan het werk.
Het is weliswaar tijdelijk (5 maanden), maar ik ben aangenomen als supervisor/crew leader door het Bureau voor Statistiek, wat onderdeel is van de federale Canadese regering. In deze positie ga ik bijdragen aan de uitvoering van de “Census”. Eens in de 5 jaar doet de Canadese regering een grootschalig, landelijk bevolkingsonderzoek; een grote volkstelling, zeg maar. Ieder huishouden in Canada krijgt een korte vragenlijst thuis bezorgd waarin een aantal vragen worden gesteld; in grote lijnen: hoeveel mensen wonen er op dit adres, hoe oud zijn ze, wat zijn de onderlinge relaties, wat voor werk doen ze en wat is het totale inkomen. Het is bij wet verplicht dat ieder huishouden in Canada deze vragenlijst invult en opstuurt naar de “teller” die voor dat gebied verantwoordelijk is. Blijft men in gebreke, dan zal men worden benaderd door de “teller” of zijn of haar “supervisor” (mijn positie) en vriendelijk, maar dringend worden aangespoord om de vragenlijst in te vullen. Blijft men dan nog in gebreke, volgen er boetes. Door Nederlandse ogen gekeken, vroeg ook ik mij onmiddellijk af: waarom?!. Waarom al dit gedoe en alle bijkomende kosten voor informatie die de overheid toch al heeft!?!? Nee dus! Die heeft de overheid hier helemaal niet!! In Nederland is in principe iedereen ingeschreven bij een gemeente; hier niet. Toen wij hier net woonden zij we heel braaf naar het gemeentehuis gegaan om ons in te schrijven. Daar werden we met grote, vragende ogen aangekeken; “Register as a Nelsonite? No, sir, sorry, we don’t do that”. Kortom de lokale, regionale, provinciale en federale overheden weten alleen maar in grote lijnen waar iedereen woont, werkt en wat men verdient. En die informatie wordt nauwelijks gedeeld en is dus volledig versnipperd. En dat willen de meeste burgers hier ook zo houden. Privacy, zelfbeslissingsrecht, onafhankelijkheid en zelfredzaamheid staan hier heel, heel hoog in het vaandel en de overheid heeft zich zo weinig mogelijk met de dagelijkse gang van zaken te bemoeien; helemaal de federale overheid in Ottowa!! Allergisch zijn ze daarvoor. In heel Noord-Amerika is deze grondhouding ingebakken in de aard van de mensen. Met uitzondering van de Indianen en Afrikanen, zijn het allemaal afstammelingen van pioniers, ondernemers en avonturiers die tijdens de kolonisatie-golven vanuit Europa hier naar toe zijn gekomen; op zoek naar vrijheid en ongelimiteerde mogelijkheden. Hier in de Kootenays is deze grondhouding nog eens overgoten met utopische hippie- en Doukhobor-sausjes en doordrongen met wietdampen. In de jaren zestig en zeventig hebben veel hippies zich hier gevestigd; sommigen met de intentie een volledig zelfverzorgend en onafhankelijk utopia te stichten; anderen (Amerikanen) om te ontvluchten aan dienstplicht voor Vietnam. Deze hippies en hun nazaten zijn helemaal wars van de overheid en willen met niemand iets te maken hebben. De Doukhobors zijn een radicale en pacifistische, religieuze groepering uit Rusland. Velen van hen zijn eind 19de eeuw naar Noord-Amerika gevlucht om hier in alle vrijheid hun idealen na te streven. Ook deze groep is wars van enig bestuur, behalve die vanuit hun eigen groepering. En dan wordt er geschat dat meer dan de helft van de economie van de Kootenays draait op de inkomsten uit de illegale wiet-teelt, die hier welig tiert. De lokale ondernemers kijken voortdurend uit naar de eerstvolgende grote bestedingsgolf, die elke keer weer volgt op de laatste oogst. Jullie kunnen je wel voorstellen dat deze groep al helemaal niet op zo’n volkstelling zit te wachten! Dit alles maakt de Kootenays een probleem-regio waar het de volkstelling aangaat. Er is veel weerstand en gemopper over de hoge kosten en de zinloosheid. Tegen-argumenten vanuit de overheid zijn dat de informatie belangrijke input is voor planning van allerlei voorzieningen en verdeling van gelden: medisch, sociaal en infra-structureel. De landelijke weerstand heeft er in ieder geval voor gezorgd dat er nu alleen de verkorte vragenlijst verplicht is. Een veel meer uitgebreid onderzoek met een hele lange vragenlijst volgt in de nazomer; steeksproefgewijs en helemaal vrijwillig. Ik ga het allemaal over me heen laten komen. Het wordt in ieder geval een interessant proces waarin ik nog veel ga leren over de regio waarin we wonen. Op 7 maart begint het allemaal met een training van een week in Grand Forks, hier 137 km vandaan. Alle regionale “crew-leaders/supervisors” zullen daar worden voorbereid op het proces; allemaal reizen en een week in een hotel met eten en drinken. Ik hoor het de lokale bevolking denken: “zie je wel, wat een verspilling!!”. |
AuthorOns tweede jaar in Canada Archives
June 2011
Categories |