Vorig weekend kwam de olympische vlam door Nelson. Dat wilden we natuurlijk gaan bekijken. De hele zaterdag waren er activiteiten in Nelson, maar wij “moesten” eerst onze huishoudelijke taken doen: schoonmaken, boodschappen doen en dat soort narigheid (o ja, en niet onbelangrijk: uitslapen). De vlam zou tussen 18:00 en 20:00 uur aankomen, dus om 17:30 uur stonden wij paraat. Het was een hele poppenkast. Totdat de vlam aankwam werden we vermaakt door de sponsoren. Dus dansen, zingen, klappen en om de twee zinnen de naam van de sponsor noemen. Dat vonden we niet zo heel leuk: we zijn niet van die beste meeklappers. Maar toen de vlam dan eindelijk kwam vonden we het wel heel bijzonder. Het is toch wel uniek om dat hele spectakel van dichtbij mee te maken. Verder was de afgelopen week rustig. We hebben alletwee gewerkt. We beginnen al aardig te wennen aan ons nieuwe ritme. Ik heb ook een lekkere ochtendroutine ontwikkeld. Op dinsdag, donderdag en vrijdagochtend rij ik met Gert mee. Hij moet om 7:00 uur beginnen, maar zet mij dan eerst af bij het community centre. Het community centre is recht tegenover het gebouw waar ik werk en bestaat uit een zwembad, fitness centrum en een ijsbaan. Ik fitness daar een uurtje en zit dan nog steeds om 8:15 uur achter mijn bureau, heerlijk.
Dinsdagavond ben ik nog wel op pad geweest. Na onze curlingbekentenissen van vorige week valt dit misschien nog mee: ik ben naar een koorrepetitie geweest. Ik hoor jullie denken (of niet?): “Marjon, hoe kom je erbij om daar naartoe te gaan?”. Nou, dat zal ik jullie eens haarfijn uitleggen. Je moet even goed opletten want dit is ingewikkeld. Tijdens de kerst zijn we koffie wezen drinken bij Jana. Jana is de moeder van Barbara, de bankmedewerkster bij wie we in Merritt onze bankrekening hebben geopend (volg je hem nog?). Jana heeft vervolgens ons telefoonnummer doorgegeven aan Helen, haar oud collega. Helen is Nederlandse, of eigenlijk Surinaams, maar heeft lang in Nederland gewoond en woont nu ook alweer heel lang in Canada. Helen belde twee weken geleden. Ze organiseerde een indische rijsttafel en of wij zin hadden om ook te komen. Nou, bij het horen van de woorden “indische rijsttafel” waren wij gelijk om. Maar waarom nodigde ze ons uit? Bleek dat er een clubje Nederlanders in Nelson is die dit een keer per jaar ofzo organiseert. En ze had dus via Jana van “de nieuwe Nederlanders” gehoord. Het principe is simpel, iedereen neemt een gerecht en z’n eigen drank mee en zo heb je een “indische rijsttafel”. Gert had heerlijke garnalen in een pittige kerrie saus gemaakt. Er waren ongeveer 15 – 20 mensen. Sommige woonden hier al meer dan 40 jaar en spraken helemaal geen Nederlands meer, anderen waren hier “pas” drie jaar, maar wij waren natuurlijk het meest vers. Het was heel leuk om al die nieuwe mensen te ontmoeten en hun verhalen te horen. Tijdens deze avond heb ik Moniek ontmoet en zij heeft me overgehaald om een keer mee te gaan naar de repetitie van haar koor. (he, he we zijn er) Belofte maakt schuld en dus ben ik afgelopen dinsdag er naar toe gegaan en ik moet zeggen, ik vond het zo leuk dat ik zeker nog een keer ga en ik denk dat ik een seizoen ga meezingen. O ja, en morgen gaan we ook weer curlen. Het moet toch allemaal niet gekker worden....
2 Comments
Nu we allebei aan het werk zijn en de rust een beetje is weergekeerd, kunnen we ons contentreren op het inburgeren. En wat is nou typisch Canadees: IJSHOCKEY. Iedereen heeft er verstand van en heeft het erover. Ijshochey is het voetbal van Canada. Gelukkig heeft Gert ijshochey altijd al leuk gevonden en keek hij ook in Nederland wel eens een wedstrijd op TV. We hebben dus al een voorsprongetje: hij weet waar hij het over heeft. Toen we laatst thuis kwamen maakte we even een kletsje met de buurvrouw. De conversatie ging ongeveer zo (maar dan ik het engels natuurlijk):
Buuv: vanavond de wedstrijd, he? GB: Ja, Vancouver tegen Edmonton Buuv: Ga je nog kijken? GB: Nee niet echt, is toch geen interessante wedstrijd. Vancouver is veel beter dan Edmonton Buuv: Ja, daar heb je gelijk in Indrukwekkend he? En daar sta ik dan bij met een zeer intelligente blik, maar ik heb geen idee waar ze het over hebben. Gert is wat dat betreft al heel goed ingeburgerd. Hij kijkt wedstrijden op TV, kent de spelregels en houdt de stand een beetje bij. Ik kijk nooit, het gaat me allemaal veel te snel. Meer als de helft van de tijd heb ik geen idee waar de puck is en zie ik alleen maar een stel schaatsers heel druk heen en weer schaatsen. Maar nou wil het geval dat mijn collega (ja, eindelijk heb ik ze weer!) vertelde dat hij in Nelson naar een ijshocheywedstrijd ging. Nelson blijkt een jeugdteam (jongens tussen de 18 en 20 jaar) te hebben dat op een redelijk niveau competitie speelt. Gert was natuurlijk snel overgehaald en de eerstvolgende thuiswedstrijd waren wij van de partij. Hartstikke leuk! Het is indrukwekkend hoe snel en goed die jongens kunnen schaatsen, er gebeurt van alles tijdens zo’n wedstrijd, het gaat hard en snel MAAR ik kan de puck volgen. We vonden het zo leuk dat we gisterenavond weer zijn wezen kijken. De tweede nationale sport van Canada, maar dan iets minder sexy en mannelijk, is curling. En ook dat vond Gert al heel leuk om te kijken op TV (die jongen heeft zich echt heel goed voorbereid voor ons vertrek). Ik maakte er altijd grapjes over, want wie kijkt er nou naar curling? (nou, wat dacht je van oude mensen.....) Maar nu we in Canada wonen moeten we ook dit natuurlijk onder de knie krijgen. We hebben een collega van Gert bereid gevonden om ons in te wijden in de wondere wereld van curling. Maandagavond om 17:00 uur moesten we ons melden bij de curling baan. We begonnen met een warming up: joggen en spieren oprekken (waar is dat nou voor nodig, dit is toch een oude wijven sport?). Toen kregen we voor een schoen een soort gladde binnenzool met elastieken die we onder onze schoen moesten binden en mochten we het ijs op. Onze eerste opdracht was om heen en terug over de baan te “steppen”. Dus glijden op dat zooltje terwijl je met je andere been stept. En je zult het niet geloven, maar dat is heel moeilijk en ook nog eens vermoeiend! Toen mochten we met de stenen aan de slag. Hij heeft ons eerst leren gooien (werpen, schuiven ik weet niet hoe je het moet noemen) met twee stenen. De ene laat je dan los en de andere gebruik je omje evenwicht te bewaren. Toen dat een beetje ging werd die tweede steen vervangen door een bezem (jawel..) om ons evenwicht te behoren. Verder dan dat zijn we niet gekomen. Het was echt belachelijk moeilijk, het is zo lastig om je evenwicht te bewaren, je valt de hele tijd om. Gert lukte het aan het einde om stenen in het huis te krijgen (dat zijn die ringen aan de andere kant). Ik heb dat nog niet gehaald. Ook hebben we nog niet leren bezemen. Maar we vonden het zo leuk dat we het zeker vaker gaan doen. Hieronder zie je wat actiefoto’s (nou ja, actie...) Zo mijn eerste werkweek in Canada zit erop. Wat is het dan extra lekker om weekend te hebben!
Ik ben dus begonnen als project manager bij Tarasoft. Tarasoft is een klein bedrijf in Nelson dat software maakt voor makelaars. Er werken ongeveer 25 mensen. We hebben 15 klanten en meer dan 200.000 gebruikers van het pakket. De klanten zijn real estate boards, zeg maar makelaarsvereningen. Deze verenigingen zijn regionaal georganiseeerd en leveren allerlei services aan hun leden. Een van die services is MLS: Multi Listing Service, een soort uigebreidde Funda waar makelaars alles wat voor verkoop/verhuur of lease wordt aangeboden op registreren. Tarasoft maakt en verkoopt MLS software. Er werken drie project managers bij Tarasoft. Ik ben een van die drie. Het is onze taak om alle klachten en verzoeken van klanten wat betreft de software in goede banen te leiden. Dus problemen en wensen inventariseren, oplossingen definieren en ervoor zorgen dat de techneuten de oplossingen op tijd ontwikkelen en implementeren. Maandag was mijn eerste werkdag. Aangezien Gert om 7:00 uur moet beginnen heeft hij de auto en moet ik dus met de bus. Gelukkig stopt de bus vlakbij. Dat was nog even lastig want het is mij niet echt duidelijk waar bushaltes zijn. Soms staat er wel een bordje langs de weg, maar lang niet altijd. En bushokjes met een overzicht van de busroutes en tijden hebben ze hier nog nooit van gehoord. Dus ik heb de buurvrouw gevraagd waar en hoe laat hier de bus komt. De bus stopt hier maar een paar honderd meter vandaan, perfect dus. De eerste ochtend stond ik er al heel vroeg. Ik wilde de bus absoluut niet missen, want als ik de bus van 7:25 mis dan gaat de eerstevolgende pas om 9:57 uur (er rijden in totaal 7 bussen per dag.....). Sta ik daar in het pikkedonker, ik had mijn zaklamp meegenomen, op de hoek van de straat me ernstig afvragend of dit echt wel de bushalte is. Gelukkig kwam er na een kwartier (ja, ik was er echt belachelijk vroeg) nog iemand bij me staan. Nou, twee mensen op een donkere straathoek om vijf voor half acht ’s ochtends dat kan geen toeval zijn, en inderdaad daar kwam de bus. Een kaartje kost twee dollar. Ik moet nog uitzoeken of ze ook een abbonnement of een knipkaart ofzo hebben. Je moet het geld gepast in een busje gooien. Hoe chauffeur kan zien dat je het juiste bedrag erin gooit is mij geheel onduidelijk. In de bus zat ook een collega: Andrew en hij nam me verder op sleeptouw. Andrew stapt niet uit bij Tarasoft, maar rijdt nog een stukje verder mee de stad in. Dan loopt hij terug naar Tarasoft en koopt onderweg een koffie. Het was nog helemaal donker bij Tarasoft, maar er bleek al wel iemand binnen te zijn: Seain. Hij wist wie ik was en ging aan de slag om een desktop voor mij te regelen. Maar hij had nogal haast want hij moest nog een vlucht naar Vancouver halen om daar wat te werken aan de servers die ze daar hebben staan. Ik heb dus gelijk geconcludeerd dat hij een interne IT medewerker is, twee dagen later ben ik erachter gekomen dat hij de eigenaar van Tarasoft is. Jonge kerel, mijn leeftijd denk ik (dus echt heel jong!), loopt rond in spijkerbroek en trui (zoals iedereen overigens en daar ben ik heel blij mee). Dit is wel typerend voor het bedrijf, iedereen is heel relaxed en aardig. Er is niet echt een inwerkprogramma voor mij. De eerste twee dagen heb ik de gebruikershandleidingen van het systeem doorgenomen, geprobeerd om zoveel mogelijk te weten te komen over de klanten en me ingelezen in hoe de makelaardij in Canada en de US in elkaar zit (de klanten zitten verspreid over heel Noord Amerika). Na twee dagen vond ik dat ik er klaar voor was om met klanten aan de slag te gaan. Hun idee daarover is anders, ze zeggen dat het ongeveer twee tot drie maanden duurt voordat ik voldoende ben ingewerkt. Dat lijkt me wel heel erg lang, maar dat zegt ook wel iets over hoe hard er hier gewerkt wordt. Ik loop nog maar een weekje mee, dus ik kan me vergissen, maar ik heb niet de indruk dat ze het heel druk hebben, dan wel dat ze zich niet heel erg druk maken. Ik ben benieuwd of ik er over een paar maanden nog zo over denk, maar zoals ik er nu tegen aan kijk is dit een leuke baan, met normale werktijden, leuke collega’s, is de werkdruk niet al te hoog en werk ik voor een leuk bedijf. Overigens met de bus terug is ook gelukt: de bus gaat om 16:45 en als je die mist pas om 18:15 uur. Ik ga natuurlijk gelijk mee in de werkethiek van de Candazen en neem dus de bus van 16:45 uur, ben ik lekker om 17:15 uur thuis. We hebben er lang naar uitgekeken, maar vorige week was het dan zover: Hans en Barbara waren hier. Nieuwjaarsdag zijn ze op het vliegtuig gestapt en begin van de avond waren ze in Vancouver. Na een nachtje slapen in Vancouver zijn ze naar ons toegereden. Dat vonden we wel spannend, want de weersverwachting was niet goed. Ze hebben dan ook veel sneeuw onderweg gehad, maar kwamen gelukkig begin van de avond veilig aan in Nelson. Ter illustratie, deze foto hebben Hans en Barbara onderweg naar ons genomen: Gert en ik vonden het wel gek om ze hier te zien. Het was net alsof het plaatje niet klopte. We zijn nu vijf maanden in Canada en erg met onszelf bezig, dan komen er vrienden die we zo goed kennen in de omgeving die we achter ons hebben gelaten die wereld binnen, heel apart. Behalve het allerbelangrijkste: zichzelf, hadden ze nog het een en ander voor ons meegenomen: zakken drop (is Gert heel erg blij mee), stukken kaas (ben ik heel erg blij mee) en een grote zak met onze kampeerspullen, tennisrackets en snookerkeus (waren Hans en Barbara niet zo blij mee). De snookerkeus hebben we inmiddels gebruikt, maar daar zal ik later nog wel een stukje overschrijven. Natuurlijk zijn we ga skien: een dag op Whitewater en een dag op Red Mountain. Het was niet zo’n mooi weer toen we op Whitewater waren. Het was bewolkt en het heeft nog een beetje gesneeuwd, maar de sneeuw was fantastisch. Er lag meer dan vier meter sneeuw! En met z’n vieren is de apres ski echt stukken leuker......... De dag dat we naar Red Mountain gingen was het weer gelukkig beter: een heldere dag en dus ook een stuk kouder. We moesten eerst wat hindernissen overwinnen: bevroren handen / voeten, zonnebril verloren EN teruggevonden. Maar daarna was het heerlijk skien: We gingen zelfs als laatste van de berg af: Verder zijn we naar een natuurlijke warme bron bij ons in de buurt geweest en hebben we wat in het rondte gereden: Het grappige was dat bijna alles wat we gedaan hebben, we zelf ook nog nooit gedaan hadden. Het was dus echt een ontdekkingstocht voor vier personen. Een van die dingen was hondenslederennen. Via internet had ik een adresje in de buurt gevonden waar je kan hondenslederennen. Ik had voor dinsdagochtend afgesproken, maar helaas kon het toen niet doorgaan omdat het te hard dooide en er grote plassen stonden op de route. Toen we twee dagen later er weer naartoe gingen was al dat water bevroren en was de route dus keihard en ....snel. Bovendien vertelde Al (de hondensledechauffeur, of hoe je zo iemand ook noemt?) ons dat hij zijn tochtjes doet met racehonden. Hij deed nogal laatdunkend over tochtjes met van die “slome huskies” (dat zijn zijn woorden).Nou, het was inderdaad een hele belevenis. Met van die snelle honden over opgevroren paden: het was net alsof je in een achtbaan zat. Toen we na afloop nog trillend op onze benen uit de slee stapte vroeg Hans aan Al waarom de achterste hond steeds schuin liep. Al antwoordde dat dat kwam omdat we zo langzaam gingen ....... Zoals je kan zien hebben we heel veel leuke dingen gedaan (en dan heb ik nog niet alles verteld). Dat was allemaal heel erg leuk om te doen, maar we vonden het allerleukste om gezellig met vrienden bij te praten en plezier met elkaar te hebben. Na die heerlijke en gezellige week viel het niet mee om afscheid te moeten nemen. Gelukkig heb ik alweer iets nieuws om naar uit te kijken: morgen mag ik aan het werk!
|
AuthorDe belevenissen van Gert en Marjon in Canada. Archives
October 2010
Categories
All
Klik onderstaande button (RSS Feed) als je een mailtje wilt ontvangen wanneer de site wordt bijgewerkt. In de pagina die dan verschijnt moet je onder acties (actions, rechtsonder) de actie "Subscribe in Mail" selecteren. |